_JF_0664Met Dorntherapie  worden blokkades behandeld. Dat zijn tijdelijke beperkingen in de beweeglijkheid van gewrichten. Door blokkades raken de spieren om het gewricht heen ook gespannen en de functie van het gewricht en het gebied eromheen wordt verstoord.

Allereerst zet je de wervels en gewrichten weer op hun plek door middel van het opheffen van een beenlengteverschil. Dus geen verhogingen onder of in de schoen onder het te korte been maar het langere been gelijk maken aan het kortere been. Door verhogingen in of onder de schoen stabiliseer je de bekkenscheefstand en kun je later erge heup en rugklachten krijgen.

Daarna wordt de hele wervelkolom met de duimen afgetast om eventuele standafwijkingen of pijnlijke plekken op te sporen en waar nodig met zachte druk te corrigeren. Die zachte druk wordt uitgeoefend terwijl de cliënt zelf zwaaibewegingen maakt met een been of een arm, correctie via dynamiek. De olie die gebruikt wordt bij het aftasten is St Janskruidolie.

De werking gaat echter dieper dan alleen maar dat. Door de ontspanning van de behandeling worden niet alleen rugklachten maar  ook overige klachten verminderd. Via de zenuwen die uit het ruggenmerg komen die de organen met het centrale zenuwstelsel verbinden worden ook de organen behandelt.

Een levend organisme herstelt zich zolang het leeft, alle cellen doen mee aan een proces van vernieuwing en afbraak. Slijtage is dus geen argument om aan een cliënt mee te geven als zijnde U leert er maar mee leven. Na een totale correctie is het verstandig om 3 a 4 dagen rustig aan te doen dus geen abrupte bewegingen maken( tennis, botsautootjes) of zware dingen tillen. De nieuwe situatie moet zich gaan settelen, er kan na de behandeling ook spierpijn optreden.

Aangezien er door het opheffen van blokkades ook afvalstoffen vrijkomen is het verstandig om veel water, thee en dergelijke te drinken.

Zelfhulpoefeningen worden vaak meegegeven om bepaalde problemen zelf makkelijk en snel op te kunnen lossen.

Een Dorn behandeling help o.a. bij een beenlengteverschil, bekkenscheefstand, lage rugpijn, heupklachten ook bij baby’s, knie en enkelklachten, tennis of golfelleboog, nek, schouder en rugklachten en oorsuizen.